1994. Editions Luc Pire, 1994. Format 16x24 cm, broche, 184 pages. Bon etat.
1 page in4 - bon état - En tête de la "Société des Gens de Lettres de France - Le Président" -
Il a bien reçu son livre "La Lumière des Hommes" qu'il lira avec plaisir - Il fera part à la Commission des prix de sa candidature pour celui de fin d'année -
, Verbeke Foundation, 2016 Hardcover , 224 pag. NL / FR, 250 x 180 x 25 mm, in Nieuwstaat, illustr. in kleur / z/w. ISBN 9789082520804.
Dit boek is uitgebracht ter gelegenheid van de solotentoonstelling van de schilder Roger Van de Wouwer in de zomer van 2016 bij de Verbeke Foundation. ? De doeken van Roger Van de Wouwer zijn vaak kleurrijk en conceptueel van aard. In zijn figuratieve werk gebruikt hij vaak diverse herkenbare elementen die op het eerste gezicht geen inhoudelijke samenhang vertonen. Daarmee dwingt hij de beschouwer om anders te kijken en te denken. Via Leo Dohmen, die evenals Van de Wouwer bij Gevaert werkte en surrealistisch kunstenaar was, komt hij in contact met Gilbert Senecaut en Tom Gutt. Deze ontmoetingen zullen richting geven aan zijn kunstenaarschap.
Antwerpen, Middelheimmuseum, 1999 softcover, 18 x 11cm, 272 pages, very richly illustrated . ISBN 9076222053.
Jef GEYS Middelheim NOTABOEK. erotica en planten Middelheim met plan.
, Jef Geys, 2011 Geniet, 16 pagina's, NL, groot formaat, 440 x 310 mm, in Nieuwstaat, met illustraties in kleur / z/w, . ISBN X.
Jef Geys is een van de belangrijkste Belgische kunstenaars. Zijn divers oeuvre omvat foto?s, sculpturen, installaties, schilderijen, In 2009 vertegenwoordigde hij Vlaanderen op de Bi nnale van Veneti . In zijn werk becommentarieert Geys het alledaagse leven en de kwaliteit van het bestaan. Door het volkse leven en door faits divers te registreren, confronteert hij de kijker met zijn leven en de clich s daarin. Geys reflecteert ook over wat kunst is en kan zijn.
, [BE] R. Van De Velde Ed. , 2014 Hardback, 300x300mm, 454p, throughout colour illustrations, English edition . ISBN 9789072828514.
Expo: 12/12/2014 - 15/3/2015, MuHKA, Antwerpen Met A well-considered idea of an exhibition in 3 parts presenteert het M HKA een driedelige tentoonstelling over Wout Vercammen, waarbij elk deel een eigen invalshoek heeft, samengesteld door drie verschillende curatoren: Jef Lambrecht, Frank Hendrickx en Ronny Van de Velde. De tijd van Wout Vercammen (? 1938) was een periode waarin de ene revolutie in de beeldende kunst volgde op de andere. De jonge kunstenaar werd ook gevormd door wat hij aantrof in de boekhandel van zijn vader, gespecialiseerd in kunst en politiek. Tijdens zijn opleiding tot typograaf bracht een van zijn leraren, John Trouillard, hem in contact met de recente stromingen binnen de hedendaagse kunst. Vanaf de jaren 50 stelde Vercammen tentoon in Antwerpse galerieen, maar ook in Duitsland, Zwitserland en Italie. In de jaren 60 verlegde Vercammen zijn actieterrein naar de happenings, samen met Panamarenko, Hugo Heyrman, Bernd Lohaus en Jacques Charlier. Eind jaren 60 vond de beeldtaal van Wout Vercammen haar definitieve en onmiskenbaar eigen vorm: rudimentaire gegevens zoals zijn Belgische identiteit, een 'toevalligheid' die Vercammen verhief tot readymade. In dezelfde lijn lag zijn keuze voor de vierkante meter als standaardafmeting. Aan het einde van de jaren 70 nam Wout Vercammen met zijn compromisloze opstelling een aparte positie in op de Antwerpse kunstscene. Hij was een outsider en werd een artist's artist. Meer door zijn houding dan door zijn werk, dat weinig bekend was, werd hij een referentie voor nieuwe generaties kunstenaars, een levende legende die zelden exposeerde. Met A well-considered idea of an exhibition in 3 parts brengt het M HKA hulde aan een flamboyante kunstenaar, een losbol en een vakman.
, , 1989 Paperback, 64 pag. NL , 210x x210 mm, in goede staat, ill. in z/w.
21 april 1989 00:00 Voor de derde achtereenvolgende maal vindt in het scholencomplex Spijker te Hoogstraten een tentoonstelling van Belgische kunst plaats. Van 30 april tot 21 mei organizeert Het Spijker, in samenwerking met het museum Leon De Smet in Deurle en het stadsbestuur van Hoogstraten, de expositie "Van Ensor tot Landuyt : de verborgen waarheid achter het visueel- waarneembare'. Nieuw in deze derde uitgave is een blik op de aktuele kunst na 1945. sluitADVERTENTIE LEARN MORE Er zijn ca. 60 schilderijen, gouaches, tekeningen, grafiek en beelden van 25 kunstenaars, onder wie Ensor, De Bruycker, G. Minne, De Saedeleer, Van de Woestijne, Servaes, Permeke, G. De Smet, Van den Berghe, Tytgat, Brusselmans, R. Wouters, Spilliaert, Delvaux, Wijckaert, Van Severen, Mara, Gentils, Raveel, De Keyser, Walravens en Landuyt. De begeleidende catalogus is opgesteld door projektleider Jef Steylaerts.GJDL
Antwerpen, MER Paper Kunsthalle, 2012 Gebonden, Hardcover, 296 pagina's met illustraties in kleur, 30x21 cm, ISBN 9789490693893.
Een liefdesbrief geeft vorm aan de liefde. Mannaers schrijft er geen, hij schildert ze in zijn smeuige bad painting-stijl. Gedurende een periode heeft hij elke dag een Love Letter gemaakt en bestemd. De bestemmeling is een vrouw. Mannaers is tevens verliefd op de liefde, dat maakt zijn reeks algemeen menselijk. Kunstenaars kunnen niet zwijgen over (hun) kunst, ook als ze de liefde bedrijven. Zo is het boek Love Letters een visueel commentarierend beeldverhaal over de geschiedenis van de moderne kunst geworden. Het werk van Mannaers is steeds 'intertekstueel', d.w.z. dat in of onder een tekst er een andere schuilt. In zijn Love Letters vinden we een dubbel niveau van twee soorten gelaagdheden. Zijn schilderijen zitten vol referenties aan andere kunstenaars. Voor zijn dagelijkse Love Letters, gouache op papier, plukt hij hier en daar uit zijn eigen schilderijen die in de maak zijn. Lieftalliger met minder weerhaken. // Love letters shape love. Werner Mannaers doesn?t write love letters, he paints them in his characteristic ?bad painting? style. During a certain time span, the painter created a Love Letter each day; the recipient of which was always a woman. Mannaers is in love with love; which makes his current series especially human: artists never shut up about (their) art, even when making love. The book Love Letters groups these paintings Mannaers made over time. Each Love Letter is effectuated using gouache on paper. They refer to some of Mannaers? paintings that are currently in the making. Each Love Letter equally makes reference to other artists. This makes this publication more than a collection of recent Love Letters: the publication discreetly evolves towards a visual commentary on the history of modern art.
1881 GRENOBLE, Baratier et Dardelet - 1881 - In-8 - Broché - E.O., tiré à part de la Revue catholique - 48 pages - Envoi manuscrit au Marquis de Beaucourt - Bon exemplaire, non coupé - Envoi rapide et soigné
- ATTENTION: Colis recommandé uniquement sur demande (parcel recommended on request). Si vous désirez un remboursement équivalent au montant de votre achat, en cas de perte détérioration ou spoliation, demandez-nous expressément un envoi en recommandé ( if you wish a repayment equivalent to the amount of your purchase, in case of loss - deterioration or despoliation, ask us expressly for a sending recommended)- Conditions de vente : Les frais de port sont affichés à titre Indicatifs (pour un livre) Nous pouvons être amené à vous contacter pour vous signaler le - Conditions of sale : The shipping costs are displayed as an indication (for one book) We may need to contact you to inform you of the cost of the additional shipping depending on the weight and the number of books- Possibilité d'envoi par Mondial-Relay - Réception en boutique sur rendez-vous. Librairie G. PORCHEROT - SP.Rance - 0681233148
"Profondeville (Belgique), Editions ""Mosa"", s.d." 14 x 22, 143 pp., quelques illustrations, broché, bon état.
"Dessins originaux d'Albert Dandoy; photos de l'auteur."
Bruxelles, Editions du Musée du Livre, 1941. 22 x 30, 24 pp., quelques dessins, broché, couverture à larges rabats, bon état.
Bruxelles, L'Eglantine, 1925. "18 x 26, 101 pp., nombreuses illustrations, broché, état moyen (couverture défraîchie; papier jauni)."
illustrations de Margot Weemans.
Association française d'action artistique, Paris, 1986. In-4, broché sous couverture illustrée en couleur, 69 pp. Avant-propos, par Bernadette Contensou et Gérard Thill - Un expressionniste amoureux de la peinture pure, par Joseph-Emile Muller - Kutter et l'expressionnisme européen, par Jean-Luc Koltz - Notes biographiques - Expositions rétrospectives - Bibliographie - Kutter vu par la critique ...
Nombreuses illustrations en noir et en couleur. --- Plus d'informations sur le site archivesdunord.com
Phone number : 01 42 73 13 41
Manage (Belgique), Ets. R. Masquelier-Tinsy, 1970. "16 x 23, 60 pp., quelques illustrations en N/B, broché, bon état (couverture insolée; quelques très rares petites taches)."
texte revu par J. R. François.
Brasschaat, Parochiale geestelijkheid en kerkfabriek 1953 127pp.geïll., 24cm.
Office du Livre 1958 Jaquette légèrement fendillée en pied, sinon bon état.
Bon état d’occasion
La Louvière (Belgique), Imprimerie Commerciale et Industrielle, 1935. 16 x 24, 110 pp., broché, bon état.
préface de Maurice Demoiseaux.
, Brepols, 2009 2 volumes, 600 p., 378 b/w ill. 21 colour ill., 180 x 265 mm, Languages: English,Hardbacks wth dusjackets, fine ISBN 9781905375387.
Rubens studied his own artistic heritage. In his early youth he copied German illustrated books, such as Holbein's Dance of Death, Tobias Stimmer's Bible (1576), Jost Amman's Flavius Josephus (1580) and the immensely popular Petrarch edition with woodcuts attributed to Hans Weiditz (1532). He also made drawings after engravings by Hendrick Goltzius (1596-97) and Johannes Stradanus (1589). These copies fall into Rubens?s youth or the years immediately following his return to Antwerp. In later years, he occasionally copied from the paintings of his predecessors and compatriots, but he preferred to retain their compositions and designs by collecting and retouching their works. He reworked drawings by German masters such as Hans Holbein the Younger, Hans Suss von Kulmbach and several artists from the school of Durer. Sheets of Netherlandish masters were retouched by Rubens: Cornelis Bos, Bernard van Orley, Pieter Coecke van Aelst, Michiel Coxcie, Aertgen and Lucas van Leyden, Jan Swart van Groningen and Marten van Heemskerck. He also painted copies from works by artists such as Hans Holbein, Quinten Massys, Willem Key, Joos van Cleve, Jan Vermeyen and Adam Elsheimer. Although no direct copies by Rubens after Pieter Bruegel the Elder are known, his late landscapes and genre scenes betray a profound influence from this great Flemish predecessor. He owned a number of drawings and paintings of peasant festivities with their accompanying scenes of drunkenness and brawls. It is in this category of works that we encounter all but one of the surviving Northern paintings retouched by Rubens. Among the Netherlandish paintings retouched by Rubens listed in seventeenth-century Antwerp inventories but no longer identifiable, at least one is also of a low-life subject: a Brothel Scene, possibly by Marten van Cleve.
Antwerpen, Galerie Van Der Planken, 2015 Hardcover met stofomslag, 128pp., 25x28.5cm., ills. in kleur. Nieuw. ISBN 9789080747104.
Jeroen Laureyns voorwoord/artstory 4: Hans Bruyneel Op woensdag 10 september 2014 wandelde ik voor de tweede keer van thuis in Antwerpen Noord naar het atelier van Hans Bruyneel in Borgerhout, dwars door de stenen woestijn van Antwerpen. Ik verbaas mij elke keer over de volledige verstening van de binnenstad die als een vallei van dakpannen, baksteen, beton en asfalt van nok tot nok doorloopt, maar waarin ik mij nog altijd, vreemd genoeg, het meeste thuis voel. Steek mij niet in het pseudo-platteland van Vlaanderen, daar zou de confrontatie met de aanval die de Vlamingen op hun eigen natuurlijke leefomgeving hebben ingezet, te groot zijn. Neen, dan liever nog de stenen woestijn van een Belgische binnenstad met haar charmante herenhuizen en verlaten fabriekjes dan de maisvelden, steenwegen en verkavelingen waar geen bij of vlinder vrolijk van wordt. Het is daar, in die Antwerpse binnenstad, dat ik in het midden van het tweede decennium van de 21ste eeuw aan de poort van een oude diamantslijperij aanbel en het atelier van de schilder Hans Bruyneel binnenstap, waar hij de laatste jaren gewerkt heeft aan grote, filmische natuurlijke landschappen in felle kleuren, die op het eerste gezicht geen groter contrast kunnen vormen met het claustrofobische stedelijke en natuurarme landschap van de buitenwereld. Alsof de kunstenaar hier in zijn atelier, in het midden van een van de meest vervuilde, lawaaierige en versnipperde landschappen van Europa aan het acute gebrek aan open ruimte en natuur wil ontsnappen door in de voetsporen van de Amerikaanse romantische landschapsschilders, zoals Albert Bierstadt, een verheven natuur te schilderen in de kleurenpracht van een spectaculaire zonsondergang en waarin de mens als een figurant een bijrolletje speelt en de hoofdrol aan de natuur overlaat. Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet, want in plaats van schilderijen die de schoonheid van het landschap willen bezingen, zijn ook deze doeken projecties van een artificiele en dreigende wereld, waarin de schilder de toeschouwer vol argwaan aan de rand van het beeld laat plaatsnemen en hem niet met een weids gebaar uitnodigt om denkbeeldig in die landschappen rond te wandelen. In het interview dat Marc Holthof van de schilder afnam, vertelt de schilder hoe ook hij, net zoals de meeste van zijn 21ste eeuwse tijdgenoten, niet de positie van de 19de eeuwse ?pleinairist? inneemt die zich met zijn ezel midden in het landschap plaatste. Wel integendeel, ook hij maakt deel uit van een generatie hedendaagse kunstenaars, die zich nadrukkelijk na ?het einde van het lyrische landschap? (Ton Lemaire) situeren: ?Ik ben niet echt een landschapsschilder?, vertelt Bruyneel, ?ik probeer ? zoals je in de 19de eeuw vaak ziet ? niet door de potigheid van mijn borstelstreek de energie van het landschap of de zee of de luchten weer te geven. Dat doe ik allemaal niet.? Het zijn met andere woorden geen echte landschappen, maar artificiele schermen, beelden van landschappen die op een doek verschijnen. Filmische fantasieen. Droomlandschappen die Arcadie al lang achter zich hebben gelaten en helemaal ?post-nature? zijn: de band met elke fysieke werkelijkheid is doorgesneden, het geprojecteerde landschap beschenen met een giftig licht dat niet langer van de zon komt, maar van prachtige, door ons gefabriceerde gifgaswolken. Schoon genoeg om er nog een laatste keer in alle eenzaamheid in rond te waren en afscheid te nemen, maar zeker niet leefbaar of van een droom vervuld die het ecologisch ontij nog zou kunnen keren. Misschien schildert Hans Bruyneel wel het theatrale einde van het landschap waarin BASF de spotlichten bedient.
, Hannibal Kannibaal , 2016 Gebonden, Hardcover, 208 Pagina's, 30,7 x 25,7 x 2,6 cm , Text in NL/ENG. ISBN 9789492081674.
EERSTE MONOGRAFIE OVER HET WERK VAN BEELDEND KUNSTENAAR NICK ANDREWS Nick Andrews (Londen, 1972) is een flamboyante kunstenaar wiens werk zich situeert in een ruime schilderstraditie die gaat van Velazquez naar Cezanne, van Gericault naar Turner, van Soutine naar Braque, van Manet naar Matisse. In Andrews' werk wordt er gefeest, geposeerd, onthuld en verborgen. Zijn kleurrijke schilderijen, aquarellen en schetsen trachten elk onderwerp geduldig te doorgronden tot de essentie kan worden blootgelegd. Dit overzichtsboek met de nadruk op zijn recente werk is een waarachtige ode aan het leven. Deze Britse schilder, die al jaren in Belgie werkt en bekend is vanwege zijn samenwerkingen met muzikanten als Dez Mona en schrijvers als Jeroen Olyslaegers, bouwde los van alle hedendaagse tendensen gestaag een eigen oeuvre uit. Hij doet dat niet door te proberen telkens een volledig nieuw schilderij te maken (of te dromen dat het volledig nieuw is), maar integendeel door telkens te pogen hetzelfde werk te maken, maar dan nog beter. Andrews is een virtuoze tekenaar. Vaak zijn de schilderijen gebaseerd op schetsen. Die worden dan voorzien van opvallende kleuren, die vroeger nogal systematisch werden aangebracht: eerst de basiskleuren blauw, rood en geel, dan paars en groen. Tussen deze kleurvlakken blijven vaak witte spleten over, die onwillekeurig aan Rik Wouters deden denken. De reeksen die hij schildert, varieren sterk: van imaginaire landschappen tot theaterscenes, van desolate pretparken tot taferelen uit het nachtleven. Maar wat ook het onderwerp is, zijn schilderijen zitten altijd vol leven
Antwerpen, De Sikkel (« Monografieen over Belgische Kunst »), 1955. HB + DW; Groot 8vo, 16 pp, kleur frontisp., portr., 24 pl.- Genummerd Exempl.
Fine copy in a very good dustjacket. [GD8/1] Nederlandse Text - Text in Dutch
Anvers, De Sikkel (« Monographies de l"Art Belge »), 1948. HB + DW; Grand 8vo, 16 pp, portrait en frontispice, 28 planches en noir.
Bon etat - Very fine copy in a good dustjacket. [DV-7] Texte en francais - French Text.
Antwerpen, The Private Press, 1989 geillustreerde kartonomslag met flappen, 120 x 200mm., 132pp. ***opdracht en gesigneerd door Jespers
Genummerd exemplaar binnen een oplage van 150 stuks genummerd van 1 tot 150. In goede staat.
JESPERS Jean-Jacques, COLIGNON Alain, BALACE Francis et alii
Reference : 75483
ISBN : 2871931216
Bruxelles, Crédit Communal, 1991. 21 x 28, 2 volumes, 103 + 135 pp., très nombreuses illustrations en N/B, broché, très bon état.
Jessy Van De Velde en Ronny Van De Velde. Met teksten van Adriaan Gonnissen, Peter H. Pauwels & Herwig Todts 325 x 245 mm, 824 p
Reference : 54144
Antwerp, Ronny Van de Velde Gallery / Ludion, 2020 Hardcover 824 pages, ills colour & bw, 25 x 33 cm, Dutch. 2 VOLUMES BOXED, =(monografie + cat. raisonne. . ISBN 9789493039469.
Born in Antwerp, Jules Schmalzigaug was a well-travelled Belgian futurist painter who came of age at the turn of the 20th century. He lived for a time in Paris, but eventually moved to Venice to participate in the Italian avant-garde art scene. Following the outbreak of the First World War, he relocated to the Netherlands and began experimenting with light and colour. Declared unfit for military service, he became lonely and fell into depression, and committed suicide in 1917. Forgotten for a time, his work was rediscovered in 1980 and has since appeared in international exhibitions on futurism. This monograph on Schmalzigaug contributes to a wider appreciation for his artistic genius. // Belgisch kunstenaar Jules Schmalzigaug (1882, Antwerpen) groeit op in een welgesteld milieu in het Antwerpse fin-de-si cle. Hij reist door Itali en Duitsland, leeft een ijd in Parijs, en installeert zich uiteindelijk in Veneti . Daar maakt hij al snel deel uit van een groep jonge avant-gardekunstenaars die de strijd aangaan met het nostalgische passe sme. Hij is de eerste Belg die deelneemt aan de Italiaanse futuristische beweging. Na de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog werkt hij verder in Nederland aan zijn intrigerende experimenten met licht en kleur. Op vierendertigjarige leeftijd pleegt Schmalzigaug zelfmoord en daarmee komt een abrupt eind aan een veelbelovende carri re. Het werk van Jules Schmalzigaug wordt in 1980 herontdekt: verschillende van zijn werken worden getoond op de grote overzichtstentoonstelling Futurismo & Futurismi in het Palazzo Grassi in Veneti in 1986. En ook in eigen land wordt hij - na tentoonstellingen in Brussel, Gent en Oostende - eindelijk erkend als een van de belangrijkste Belgische voorlopers van de modernistische avant-garde. Deze nieuwe, ambitieuze publicatie hoopt bij te dragen aan de internationale waardering die Jules Schmalzigaug verdient. De uitgave bestaat uit twee delen in een foedraal. Het eerste deel, van de hand van Peter J.H. Pauwels, is een monografie en beschrijft het oeuvre van de kunstenaar in verhouding tot de Europese artistieke stromingen van zijn tijd. Het tweede deel is een catalogue raisonn die voor het eerst het volledige oeuvre van Schmalzigaug documenteert.