Peeters 1994 298 pages 21x26x2cm. 1994. Broché. 298 pages. multilingue (néerlandais anglais français) --- iconographie en noir et blanc
Très bon état couverture ternie intérieur propre bonne tenue
<p>L'étude porte sur les pyramidions inscrits et décorés du Nouvel-Empire et de la XXIe Dynastie.</p> Louvain, 1983 Peeters 218 p., 47 planches, relié. 16,5 x 24,5
Neuf
Leuven, Katholieke Universiteit Leuven. Departement Orientalistiek 1983 xvii + 218pp.+ 47 plates out of text, hardcover (publisher's green cloth), 25cm., in the series "Orientalia Lovaniensia Analecta" volume 11, fine condition (as new), text in French (texte en français), ISBN 978-90-70192-08-2, C80284
, , 1994 Pages: 298 p. 89 ill. tekst in NL FR ENG. ISBN 9789068316278.
Direct na de ontdekking van de fotografie door Louis Daguerre in 1839 stelde Francois Arago aan de Franse Akademie van Wetenschappen de 'faraonische beschaving' voor als een geknipt toepassingsgebied. De keuze van Egypte als eerste toepassingsgebied van de fotografie lag voor de hand: er was de uitdaging van het licht en de schoonheid van de gebouwen die halfverzonken in een uitheems landschap lagen. In vergelijking met de teken-, schilder- en graveerkunst was fotografie onvoorstelbaar precies en gedetailleerd. Eindelijk kon de Europese burgerij de oosterse monumenten in hun werkelijke staat bekijken, zonder subjectieve inbreng van de tekenaar. Weliswaar waren de procedes nog verre van volmaakt en stonden de fotografen machteloos tegenover technische incoherentie in hun reportages, maar dat bracht tegelijk met zich mee dat menige angstvallige opname onbedoeld een fascinerend en buitengewoon artistiek plaatje opleverde. Rond 1870 deed zich in de egyptefotografie een kentering voor: fotografen van Zuideuropese komaf vestigden zich ter plaatse om hun waar aan de westerse toeristen aan te prijzen. Dit had zijn weerslag op de onderwerpkeuze. De foto's gaven door hun gekunstelde mise-en-scene geen authentieke visie op land en bevolking maar waren afgestemd op toeristen die er hun eigen beeld van de Orient op nahielden. Deze foto's tekenen de relatie tussen de negentiende-eeuwse fotograaf en de inheemse bevolking: alles duidt op de onderwerping van de Egyptenaar.
Be, Art Kiosk Foundation/ Pandora, 1999 Cardboard with blue illustrated dustjacket, 215 x 240mm., 95pp., colour illustration throughout. ISBN 9053251472.
In 1989, Olga Tobreluts graduated from the Architectural Technical Secondary School. In 1991, she enrolled in a course in computer graphics at the Art Com Institute in Berlin. Since 1993, she has actively worked with video and computer art. In 1995, she received the Russian Presidential Scholarship from the Ministry of Culture of the RSFSR. That same year, she received a prize for a video film with elements of animation entitled "Woe from Wit" at the festival "Third Reality," St Petersburg. Since 1998, she has worked as a curator for many photography exhibitions at the photography center of the club "Mama." Olga Komarova-Tobreluts is a pioneer in animation and computer graphic in St. Petersburg art. For five years, she has actively worked in the area of electronic art. She intentionally uses new media as a means of expressing her own system of poetics. This type of poetics is based on the dialectics of high and low academism: where the artist constantly strikes a balance between high-style classical models and low-brow, kitschy, and crude models.