, BAI, 2019 Hardcover, 260 x 210 mm, 120 pages, ENGLISH / NL edition Nieuwstaat. ISBN 9789085867944.
Eind vijftiende eeuw worden in Rome de ondergrondse ru nes van het beroemde paleis van keizer Nero ontdekt: het Domus Aurea. De muren zijn beschilderd met weelderige symmetrische versieringen, waartussen het wemelt van de bizarre dieren en fabelwezens. Dat is het begin van een nieuwe beeldtaal, die de naam 'grotesken' krijgt naar de vindplaats in 'grotachtige' ru nes. Hans Vredeman de Vries en Cornelis Floris verspreiden de grotesken via hun gedrukte ontwerpen met eindeloze variaties. De ornamentiek van de grotesken dringt in de zestiende eeuw niet alleen door tot de schilderkunst en de architectuur maar ook tot de glasschilderkunst, het edelsmeedwerk en de boekdrukkunst. Vandaag verbinden we het begrip 'grotesk' nog steeds aan het grillige, bizarre, monsterachtige maar ook aan het karikaturale en lachwekkende. Bosch en Bruegel waren met hun drollerie n de grote pioniers van het groteske in de prentkunst. James Ensor, Fred Bervoets, Ren De Coninck, Carll Cneut en anderen staan in een lange traditie van kunstenaars die zich lieten en nog steeds laten inspireren door het groteske en de grotesken. At the end of the fifteenth century, the underground ruins of the famous palace of Emperor Nero: the Domus Aurea were discovered in Rome. The walls are painted with lush symmetrical decorations, between which there are plenty of bizarre animals and fabulous creatures. That is the start of a new visual language, which is named 'grotesques' after the location in 'cave-like' ruins. Hans Vredeman de Vries and Cornelis Floris spread the grotesques through their printed designs with endless variations. In the sixteenth century, the ornamentation of grotesques penetrated not only to painting and architecture, but also to glass painting, goldsmith's work and book printing. Today we still connect the concept of 'grotesque' with the capricious, bizarre, monstrous but also with the caricatural and laughable. With their drollies, Bosch and Bruegel were the great pioneers of grotesque in printmaking. James Ensor, Fred Bervoets, Ren De Coninck, Carll Cneut and others are part of a long tradition of artists who were inspired by the grotesque and grotesque.