Gent, Poeziecentrum, Originele uitgeversomslag, 51pp., 13,5x21cm,. ISBN 9070968495.
beperkte oplage van 350 gesigneerde en genummerde exemplaren; nr 138.
Ronald De Meyer, Mil De Kooning, Laurence Vanackere, Hedwig Speliers, Gert Van Conkelberge, Van Hulle
Reference : 57906
Mechelen, aa50 / Vlees & beton, 1998 softcover, 164 pages, illustraties z/w, NL edition. Vlees en beton. -vol. 35- 36. ISBN 9090113452.
Peter Callebout studeert in 1937 af aan de Academie voor Schone Kunsten te Brugge en gaat als autodidact in de leer in het atelier van zijn vader, architect Ernest Callebout, met wie hij van 1934 tot 1952 samenwerkt. In 1939 wordt Callebout na het afleggen van examens geregistreerd als architect. Callebout vertegenwoordigt Belgi op het laatste CIAM-congres in Otterlo (Nederland) in 1959 en maakt in 1957 en 1960 deel uit van de jury van de Prijs van Rome. Hij gaat van 1960 tot 1962 een vennootschap aan met zijn leerling Fernand Sohier in 'Atelier CS', van 1967 tot 1970 is hij, als hoofd van een ontwerpatelier en docent constructie, verbonden aan de architectuurschool van La Cambre. Hij was lid van verschillende beroepsverenigingen, onder meer de Belgische Union of Designers en de Londense Architectural Association. Vanaf 1967 werkt hij samen met zijn voormalige stagiair Paul Vi rin. In 1969 verhuist Callebout naar Brussel, na zijn dood in 1970 worden onafgewerkte projecten verdergezet door onder meer architecten Willy Van Der Meeren, Jo l Claisse en Paul Vi rin. Filosofie, vormgeving, materiaalkeuze, interactie omgeving Callebout wordt door zijn tijdsgenoten beschreven als een dandy. Hij zag architectuur niet als een broodwinning maar als een creatieve levenswijze, waarbij hij enkel inging op interessante opdrachten. Essentieel daarbij was een nauwe relatie tussen architect, bouwheer en aannemer. Zijn bouwwijze wordt getypeerd door 'eenvoud', 'discretie' en 'raffinement'. De woningen vallen op door de nauwe verwevenheid van architectuur en landschap en een traditioneel materiaalgebruik met streekeigen materialen (hout, glas en baksteen). Het respect van de architect voor de omgeving en het streven naar integratie van het gebouw in het omringende landschap komt vooral tot uiting in zijn realisaties in de duinenverkaveling te Nieuwpoort-Bad. Callebouts oeuvre vat zich samen in rationele en streekeigen architectuur met uitgepuurde binnenruimten. Zijn ontwerpen kennen een belangrijke dialoog interieur-exterieur: de gevel als een gestileerde vertolking van de inwendige planopdeling, die op haar beurt inspeelt op de toevalligheden van de site. Plattegronden worden herleid tot een minimale compositie van lijnen, die in eerste instantie een maximaal ruimtegevoel uitdrukken. Naast het Mies van der Rohe adagium 'less is more' zijn in Callebouts oeuvre invloeden van Wrights organische architectuur en de traditionele Japanse en naoorlogse Scandinavische architectuur te onderscheiden. Tevens vallen gelijkenissen op met de Internationale Stijl, met o.m. architecten Marcel Breuer, en Richard Neutra. Callebout liet zelf geen schriftelijke bronnen over zijn architecturale opvattingen na. Wel publiceerde het tijdschrift "Plan" in 1964 een discussie met architecten Van der Meeren, Braem, en andere over de zin van architectuur, waarbij Callebout stelt: "Heeft architectuur nog zin?" en "Mijns inziens moet architectuur verdwijnen eer er weer van architectuur sprake kan zijn". Oeuvre Callebout liet een klein maar kwalitatief oeuvre na, bestaande uit een bescheiden aantal eengezinswoningen over heel Belgi , voornamelijk geconcentreerd in West-Vlaanderen. Voor een Belgische opdrachtgever ontwierp hij zelfs een vakantiewoning in de Provence. Het zijn kwalitatieve ontwerpen met een tijdloos karakter in hun eenvoud van compositie en materiaalgebruik. Zijn eerste persoonlijke werk is de woning van kunstenares Yvonne G rard in Namen (ontwerp 1949, uitvoering 1951), waar al de toon voor zijn later werk naar voor komt: gebruik van streekeigen materialen in een kwalitatief sober eigentijds ontwerp. In de periode 1955-1957 ontwerpt hij drie bel- tage woningen: woning Grauwels te Oostende (in samenwerking met R. Meyer), woning Pintelon te Oostende, woning Pauwels te Blankenberge (afgebroken). Voor deze laatste ontvangt hij de 'Speciale Prijs voor een bescheiden woning' in de wedstrijd van het Nationaal Houtvoorlichtingsbureau (1955). In Nieuwpoort tekent Callebout voor de Soci t Immobili re et Mobili re du Littoral (SIMLI) in 1955 het verkavelingsplan voor een villapark in de duinen, een organische aanpak die rekening houdt met het duinenreli f, maar die door de SIMLI echter niet wordt gevolgd. Callebout kan bij de projectontwikkelaar wel een zone voor 'moderne architectuur' afdwingen. Zijn utopie was een plaats te cre ren waar nationale en internationale vermaarde architecten konden experimenteren. In de periode 1955-1968 ontwerpt hij verscheidene perfect in de omgeving ge ntegreerde villa's en bungalows, waaronder een dubbele woning voor E. De Saedeleer (1955-1957), zijn eigen woning (1956) en vakantiewoning Six (1959). Deze huizen behoren tot zijn belangrijkste verwezenlijkingen, gekenmerkt door de nauwe verwevenheid van architectuur en landschap en het aanwenden van streekeigen materialen (hout, glas en baksteen) in grote platte en effen vlakken. Reeds op het einde van de jaren 1960 krijgt de wijk een voorbeeldstatus en wordt in binnen- en buitenlandse tijdschriften beschreven als een van de enige kwalitatieve verwezenlijkingen aan de Belgische kust. Meuris schrijft bij een artikel naar aanleiding van Callebouts dood over een bedevaartsoord voor jonge architecten: "... qui imposa le p l rinage de Nieuport de jeunes architectes". Architectuurkenner Bekaert stelt al in 1971 dat moderne Belgische architectuur uit de jaren 1950 gekenmerkt wordt door middelmatigheid en daartegen het werk van architecten als Callebout, Brodzki, Jacqmain afsteekt: "een verademing in vele opzichten betekent de vakantiewoonwijk die P. Callebout voor zichzelf en enkele vrienden te Nieuwpoort bouwde"... "vormt temidden van de krampachtige gezochtheid en de geestelijke bloedarmoede, een bijzonder verdienstelijk geheel". Typisch voor jaren 1950 is de interesse voor modules en dragende skeletconstructies. Callebout had een voorliefde voor hout en was sterk ge nteresseerd in industrialisatie, mechanisatie, automatisatie en rationalisering van het ontwerp- en bouwproces. Hij was ook ge nteresseerd in zuiniger grondstoffengebruik en de technische mogelijkheden van het hout voor toepassing in de bouw. Zo ontwikkelt hij prototypes voor houten prefab woningen die in 1956 en 1961 op het Internationaal Houtsalon van de Gentse Jaarbeurs worden voorgesteld. Samen met bevriend kunstenaar Marc Mendelson verzorgt Callebout de inrichting van paleis 2 op Expo 58, ter ondersteuning van de kunsttentoonstelling "50 ans d'art moderne". Zijn samenwerking met Fernand Sohier in 'Atelier CS' levert tweemaal een eerste vermelding op in de Prijs van het Nationaal Instituut voor Huisvesting: in 1962 voor de woning Lef vre te Sint-Kruis-Brugge (1961), in 1963 voor de volledig in hout opgetrokken vakantiewoning Van Hoorebeke op de Zeedijk te Zeebrugge (1962). Beiden tellen als zeldzame voorbeelden van skeletbouwconstructies in priv woningen. Callebouts laatste grote werk was het Centrum voor Kunst en Kunstambachten Valerius De Saedeleer te Etikhove (1968-1970), een tentoonstellingsruimte met werkstudio die echter in 1975 wordt verbouwd tot woning.
1984 Manteau Cloth Very Good
Album Stijn Streuvels,linnenband met stofwikkel, 28 x 22 cm, 120 blz, talloze z/w illustraties en/of foto"s, schitterend boek, zeer goede staat
Ronald De Meyer, Mil De Kooning, Laurence Vanackere, Hedwig Speliers, Gert Van Conkelberge, Van Hulle
Reference : 57907
Mechelen, aa50 / Vlees & beton, 1998 Hardcover in rood linnen band met opdruk, 164 pages, illustraties z/w, Vlees en beton. - Damme; vol. 35- 36 / NL Edition. ***** GENUMMERDE OPLAGE van 17 exemplaren; dit is nummer 11. ISBN 9090113452.
Peter Callebout studeert in 1937 af aan de Academie voor Schone Kunsten te Brugge en gaat als autodidact in de leer in het atelier van zijn vader, architect Ernest Callebout, met wie hij van 1934 tot 1952 samenwerkt. In 1939 wordt Callebout na het afleggen van examens geregistreerd als architect. Callebout vertegenwoordigt Belgi op het laatste CIAM-congres in Otterlo (Nederland) in 1959 en maakt in 1957 en 1960 deel uit van de jury van de Prijs van Rome. Hij gaat van 1960 tot 1962 een vennootschap aan met zijn leerling Fernand Sohier in 'Atelier CS', van 1967 tot 1970 is hij, als hoofd van een ontwerpatelier en docent constructie, verbonden aan de architectuurschool van La Cambre. Hij was lid van verschillende beroepsverenigingen, onder meer de Belgische Union of Designers en de Londense Architectural Association. Vanaf 1967 werkt hij samen met zijn voormalige stagiair Paul Vi rin. In 1969 verhuist Callebout naar Brussel, na zijn dood in 1970 worden onafgewerkte projecten verdergezet door onder meer architecten Willy Van Der Meeren, Jo l Claisse en Paul Vi rin. Filosofie, vormgeving, materiaalkeuze, interactie omgeving Callebout wordt door zijn tijdsgenoten beschreven als een dandy. Hij zag architectuur niet als een broodwinning maar als een creatieve levenswijze, waarbij hij enkel inging op interessante opdrachten. Essentieel daarbij was een nauwe relatie tussen architect, bouwheer en aannemer. Zijn bouwwijze wordt getypeerd door 'eenvoud', 'discretie' en 'raffinement'. De woningen vallen op door de nauwe verwevenheid van architectuur en landschap en een traditioneel materiaalgebruik met streekeigen materialen (hout, glas en baksteen). Het respect van de architect voor de omgeving en het streven naar integratie van het gebouw in het omringende landschap komt vooral tot uiting in zijn realisaties in de duinenverkaveling te Nieuwpoort-Bad. Callebouts oeuvre vat zich samen in rationele en streekeigen architectuur met uitgepuurde binnenruimten. Zijn ontwerpen kennen een belangrijke dialoog interieur-exterieur: de gevel als een gestileerde vertolking van de inwendige planopdeling, die op haar beurt inspeelt op de toevalligheden van de site. Plattegronden worden herleid tot een minimale compositie van lijnen, die in eerste instantie een maximaal ruimtegevoel uitdrukken. Naast het Mies van der Rohe adagium 'less is more' zijn in Callebouts oeuvre invloeden van Wrights organische architectuur en de traditionele Japanse en naoorlogse Scandinavische architectuur te onderscheiden. Tevens vallen gelijkenissen op met de Internationale Stijl, met o.m. architecten Marcel Breuer, en Richard Neutra. Callebout liet zelf geen schriftelijke bronnen over zijn architecturale opvattingen na. Wel publiceerde het tijdschrift "Plan" in 1964 een discussie met architecten Van der Meeren, Braem, en andere over de zin van architectuur, waarbij Callebout stelt: "Heeft architectuur nog zin?" en "Mijns inziens moet architectuur verdwijnen eer er weer van architectuur sprake kan zijn". Oeuvre Callebout liet een klein maar kwalitatief oeuvre na, bestaande uit een bescheiden aantal eengezinswoningen over heel Belgi , voornamelijk geconcentreerd in West-Vlaanderen. Voor een Belgische opdrachtgever ontwierp hij zelfs een vakantiewoning in de Provence. Het zijn kwalitatieve ontwerpen met een tijdloos karakter in hun eenvoud van compositie en materiaalgebruik. Zijn eerste persoonlijke werk is de woning van kunstenares Yvonne G rard in Namen (ontwerp 1949, uitvoering 1951), waar al de toon voor zijn later werk naar voor komt: gebruik van streekeigen materialen in een kwalitatief sober eigentijds ontwerp. In de periode 1955-1957 ontwerpt hij drie bel- tage woningen: woning Grauwels te Oostende (in samenwerking met R. Meyer), woning Pintelon te Oostende, woning Pauwels te Blankenberge (afgebroken). Voor deze laatste ontvangt hij de 'Speciale Prijs voor een bescheiden woning' in de wedstrijd van het Nationaal Houtvoorlichtingsbureau (1955). In Nieuwpoort tekent Callebout voor de Soci t Immobili re et Mobili re du Littoral (SIMLI) in 1955 het verkavelingsplan voor een villapark in de duinen, een organische aanpak die rekening houdt met het duinenreli f, maar die door de SIMLI echter niet wordt gevolgd. Callebout kan bij de projectontwikkelaar wel een zone voor 'moderne architectuur' afdwingen. Zijn utopie was een plaats te cre ren waar nationale en internationale vermaarde architecten konden experimenteren. In de periode 1955-1968 ontwerpt hij verscheidene perfect in de omgeving ge ntegreerde villa's en bungalows, waaronder een dubbele woning voor E. De Saedeleer (1955-1957), zijn eigen woning (1956) en vakantiewoning Six (1959). Deze huizen behoren tot zijn belangrijkste verwezenlijkingen, gekenmerkt door de nauwe verwevenheid van architectuur en landschap en het aanwenden van streekeigen materialen (hout, glas en baksteen) in grote platte en effen vlakken. Reeds op het einde van de jaren 1960 krijgt de wijk een voorbeeldstatus en wordt in binnen- en buitenlandse tijdschriften beschreven als een van de enige kwalitatieve verwezenlijkingen aan de Belgische kust. Meuris schrijft bij een artikel naar aanleiding van Callebouts dood over een bedevaartsoord voor jonge architecten: "... qui imposa le p l rinage de Nieuport de jeunes architectes". Architectuurkenner Bekaert stelt al in 1971 dat moderne Belgische architectuur uit de jaren 1950 gekenmerkt wordt door middelmatigheid en daartegen het werk van architecten als Callebout, Brodzki, Jacqmain afsteekt: "een verademing in vele opzichten betekent de vakantiewoonwijk die P. Callebout voor zichzelf en enkele vrienden te Nieuwpoort bouwde"... "vormt temidden van de krampachtige gezochtheid en de geestelijke bloedarmoede, een bijzonder verdienstelijk geheel". Typisch voor jaren 1950 is de interesse voor modules en dragende skeletconstructies. Callebout had een voorliefde voor hout en was sterk ge nteresseerd in industrialisatie, mechanisatie, automatisatie en rationalisering van het ontwerp- en bouwproces. Hij was ook ge nteresseerd in zuiniger grondstoffengebruik en de technische mogelijkheden van het hout voor toepassing in de bouw. Zo ontwikkelt hij prototypes voor houten prefab woningen die in 1956 en 1961 op het Internationaal Houtsalon van de Gentse Jaarbeurs worden voorgesteld. Samen met bevriend kunstenaar Marc Mendelson verzorgt Callebout de inrichting van paleis 2 op Expo 58, ter ondersteuning van de kunsttentoonstelling "50 ans d'art moderne". Zijn samenwerking met Fernand Sohier in 'Atelier CS' levert tweemaal een eerste vermelding op in de Prijs van het Nationaal Instituut voor Huisvesting: in 1962 voor de woning Lef vre te Sint-Kruis-Brugge (1961), in 1963 voor de volledig in hout opgetrokken vakantiewoning Van Hoorebeke op de Zeedijk te Zeebrugge (1962). Beiden tellen als zeldzame voorbeelden van skeletbouwconstructies in priv woningen. Callebouts laatste grote werk was het Centrum voor Kunst en Kunstambachten Valerius De Saedeleer te Etikhove (1968-1970), een tentoonstellingsruimte met werkstudio die echter in 1975 wordt verbouwd tot woning.
WERKGROEP YANG (uitgever ) - Ferand Auwere - Helmut Gaus - Erik Pijnaken - Tom Schalken - Hedwig Speliers - Daniël van Rijssel - Eddy van Vliet - EDDY BERTIN (auteur ) ::
Reference : 54338
Gent, Werkgroep Yang, 1968, in-4°, 70 pp + (2)nn pp. Polycopied on recto side only. Met orignele stijve omslag. Gebonden in half-linnen band. Één van de 50 genummerde exemplaren (nr. 8) met handschriftelijke opdracht van de auteur ( Eddy Bertin) . Eddy Bertin (Hamburg 1944 - Kreta 2018) wordt beschouwd als de peetvader van de Nederlandstalige sciencefiction literatuur.
, Brugge, Sonneville, 1968, Paperback, geillustreerde kartonomslag, 125 x 200mm., 232pp.
Potloodaantekeningen.
Brussel/ Antwerpen/ Den Haag, Manteau, 1963 Geillustreerde kartonomslag met flappen, 125 x 205mm., 88pp.
De barokgedichten - De antieke sonnetten. in goede staat.
, Brugge, Sonneville, 1968, 232pp., T10038
Antwerpen, Manteau 1984 127pp.rijkelijk geïll., linnen band met stofwikkel, goede staat
Antwerpen 1994 Krtiak Mass Market Paperback
dag Streuvels Ik Ken Den Weg Alleen, tweede druk, zachte kaft, goede staat,687 blz, z/w foto's
Antwerpen 1994 Krtiak Soft cover
dag Streuvels Ik Ken Den Weg Alleen, tweede druk, zachte kaft, goede staat, 687 blz, z/w foto's
Antwerpen 1994 Krtiak Soft cover
dag Streuvels Ik Ken Den Weg Alleen, tweede druk, zachte kaft, goede staat, 687 blz, z/w foto's
1984 Manteau Hardcover Fine 1st Edition
Album Stijn Streuvels (Dutch Edition) Hard cover, Rode linnen band met goudkleurige opdruk van de titel op de voorzijde en rug van het boek, stofwikkel, rijkelijke geillustreerd met foto's in z/w 285 x 215 mm, 130 blz in goede staat
, Manteau, 1999 softcover 612 pagina's. ISBN 9789022314579.
DE VALLONGUES. Fév. 1994. In-12. Broché. Très bon état, Couv. convenable, Dos satisfaisant, Intérieur frais. 56 pages. Couverture rempliée.. . . . Classification Dewey : 890-Littératures des autres langues
Traduit du néerlandais par Willy Devos. Classification Dewey : 890-Littératures des autres langues