Nijmegen, Vantilt, paperback, 16x24 cm, 272 pagina's. ISBN 9789077503782.
Harry G.M. Prick (1925-2006) was de meester van het detail. Met merkbaar plezier putte hij in zijn literair-historische opstellen en lezingen uit de onafzienbare voorraad feiten die hij in zijn geheugen had opgeslagen. In dit opzicht was hij een buitengewoon goede leerling van de laatste en langstlevende Tachtiger Lodewijk van Deyssel, wiens leven hij in twee zeer kloeke delen beschreef (In de zekerheid van eigen heerlijkheid, 1997 en Een vreemdeling op de wegen, 2003). Als leraar Nederlands, als conservator van het Letterkundig Museum en als publicist heeft Prick steeds enthousiast zijn liefde en eerbied voor de literatuur uitgedragen. Ook Spelevaren getuigt hiervan. Ditmaal is echter niet Lodewijk van Deyssel de hoofdfiguur, maar schrijft Prick over enkele andere van 'zijn'auteurs: August von Platen, Frederik van Eeden, Willem Kloos, Louis Couperus, Stephane Mallarme, Helene Swarth, P.C. Boutens, Marcel Proust, Frans Erens, Pierre Kemp, Anton van Duinkerken en Gerrit Komrij. De opstellen worden uitgeleide gedaan door een autobiografische beschouwing en een bibliografie van de geschriften van Harry G.M. Prick.
, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1997 Gebonden, Hardcover, 1080 pagina's, Nederlands, 16.1 x 5.5 x 24.4 cm . ISBN 9789025341930.
ERENS Frans - Harry G.M. PRICK ( editor ) - Anton van DUINKERKEN ( inleiding ) :
Reference : 51293
2. Zwolle, Tjeen Willink, 1958, in-8°, 486 pp, met personen register, Softcover. Uitgegeven als volume 23 in de reeks '' Zwolse Drukken voor de Maatschappij Der Nederlandse Letterkunde te Leiden. Boeiende biografiische studie over deze veelzijdige literator en kunstcriticus met een scherpzinnig instict voor het waardevolle in het 19e eeuwse Franse en Nederlandse kunstgebeuren.
, Published by Amsterdam, Athenaeum - Polak & Van Gennep, 2003, 2003 Gebonden, linnen , Nederlands, zwart-wit foto's, 1430 pagina's. ISBN 9789025341879.
Vijftig jaar na de dood van Lodewijk van Deyssel sluit Harry G.M. Prick zijn indrukwekkende reeks publicaties over de grote Tachtiger af met het tweede deel van de biografie. In dat deel worden de jaren 1890-1952 behandeld; het is vanwege de grotere tijdsspanne dus beknopter dan deel een, 'In de zekerheid van eigen heerlijkheid', maar niet al te beknopt. Van Deyssel heeft zich in de provincie teruggetrokken (achtereenvolgens Bergen op Zoom, Baarn en Haarlem), hij maakt daardoor op zichzelf al minder mee, en wordt ook als schrijver steeds minder actief. Wel is wat hij schrijft, vooral aanvankelijk, nog belangrijk genoeg: de boeken over Multatuli en over zijn eigen vader, de prozawerken 'Het Ik','De Adriaantjes', 'Het leven van Frank Rozelaar' - en natuurlijk de vele scheld- en andere, vaak zeer invloedrijke en naar moderne maatstaven omvangrijke kritieken en essays. Als niet-meer-Amsterdammer correspondeert hij natuurlijk eens temeer, en ook zijn dagboekaantekeningen zijn een niet-aflatende bron, niet alleen van informatie maar ook van citaten die het lezen van de biografie tot een buitengewoon genoegen helpen maken.'In de zekerheid van eigen heerlijkheid' en 'Een vreemdeling op de wegen' doen de lezer verstomd staan. Van Deyssel wordt van dag tot dag gevolgd, het is veel, het is goed. Verrukkelijk om te lezen, bizar, een meeslepende chronologie van een egomaan leven.' Atte Jongstra in NRC Handelsblad
Amsterdam, Athenaeum - Polak & Van Gennep 1997 1080pp.geïll., 25cm., linnen band, stofwikkel, mooie staat, T70538