Gent, Cultureel Documentatiecentrum, 1995 Paperback, karton onder papieromslag, 185 x 260mm., 618pp.
Van de Woestijne was niet de ivoren torendichter waarvoor hij vaak versleten werd. Als correspondent in Brussel van de Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) volgde hij van 1906 tot 1929 de politieke en culturele actualiteit in Belgie. Zijn verzameld journalistiek werk uit die krant beslaat vijftien delen (uitgegeven 1986-1995). Hoezeer zijn oeuvre verbonden was met zijn omgeving, blijkt vooral uit zijn proza. Afwisselend is het gesitueerd in de stad (Gent, Brussel, Oostende) of op het platteland, vooral Sint-Martens-Latem waar hij woonde van april 1900 tot februari 1904 en nog eens van mei 1905 tot oktober 1906. Een aantal gedichten uit de bundels De boom-gaard der vogelen en der vruchten (1905) en De gulden schaduw (1910) bezingen het Leielandschap.