, Horta/ Cera, 2020 Relie, 288 pages avec 330 illustre coleur. 32x22.Langue : Fran ais, ISBN 9782960202120.
Au tournant du XIX e si cle, un moment o la peinture et la sculpture avaient d j accompli leurs propres r volutions, toute une jeune g n ration d'artistes-artisans s'employa en Belgique brouiller les fronti res entre les beaux-arts et les arts appliqu s, entre les arts majeurs et les arts mineurs . Leur objectif tait aussi simple qu'ambitieux : amener des disciplines comme l' b nisterie, la verrerie, la ferronnerie ou encore la c ramique se lib rer du carcan des styles du pass en vue d'embrasser une esth tique nouvelle, et ainsi cr er des objets aussi beaux qu'adapt s aux besoins intellectuels et mat riels de l' poque. Le succ s fut rapidement au rendez-vous pour ces r novateurs de l'art d coratif, en Belgique comme l' tranger, mais la chute fut d'autant plus brutale. Au fil du XX e si cle, la plupart d'entre eux tomb rent dans l'oubli et bon nombre de leurs cr ations, devenues obscures, furent parpill es, gar es ou tout simplement d truites. l'inverse de l'architecture, qui a fait l'objet de tr s nombreuses publications, les arts appliqu s demeurent aujourd'hui encore largement m connus pour la p riode de l'Art nouveau en Belgique. C'est pourquoi les ditions du Mus e Horta ont lanc partir de la collection priv e de Jonathan Mangelinckx une s rie de quatre ouvrages collectifs, voulus comme autant de cha nons manquants au niveau scientifique. R alis sous la coordination de Fran oise Aubry, Borys Delobbe et Jonathan Mangelinckx, ce premier tome, pr fac par Paul Greenhalgh, prend pour pivot Victor Horta afin de red couvrir le parcours et les cr ations de quatre autres figures de l'Art nouveau belge : Fernand Dubois, Paul Du Bois, L on Ledru et Georges Hob . Au fil des contributions de Fran oise Aubry, glantine Lebacq, Anne Pluymaekers et Raymond Balau, c'est tout un pan relativement m connu de ce ph nom ne pr curseur du design qui, au XXI e si cle, acc de enfin une nouvelle visibilit ///---- Aan het begin van de 19e eeuw, in een tijd dat schilderkunst en beeldhouwkunst al hun eigen revoluties hadden bereikt, werkte een hele jonge generatie kunstenaars-ambachtslieden in Belgi om de grenzen tussen schone en toegepaste kunst te vervagen. , tussen de "grote kunsten" en de "kleine kunsten". Hun doel was even simpel als ambitieus: disciplines zoals meubelmakerij, glaswerk, ijzerwerk of zelfs keramiek meenemen om zich te bevrijden van de ketenen van stijlen uit het verleden om een ??nieuwe esthetiek te omarmen en zo ook objecten te cre ren. mooier dan aangepast aan de intellectuele en materi le behoeften van die tijd. Het succes van deze vernieuwers van decoratieve kunst was er snel, in binnen- en buitenland, maar de val was des te brutaler. In de loop van de twintigste eeuw raakten de meesten van hen in de vergetelheid en veel van hun creaties, die duister waren geworden, werden verstrooid, zoekgeraakt of gewoon vernietigd. In tegenstelling tot de architectuur, die het onderwerp is van talrijke publicaties, blijft de toegepaste kunst vandaag grotendeels onbekend voor de art nouveau-periode in Belgi . Daarom lanceerde ditions du Mus e Horta een serie van vier collectieve werken uit de priv collectie van Jonathan Mangelinckx, bedoeld als zoveel ontbrekende schakels op wetenschappelijk niveau. Geproduceerd onder de co rdinatie van Fran oise Aubry, Borys Delobbe en Jonathan Mangelinckx, neemt dit eerste deel, voorafgegaan door Paul Greenhalgh, Victor Horta als spil om de carri re en de creaties van vier andere figuren van de Belgische Art Nouveau te herontdekken: Fernand Dubois, Paul Du Bois, L on Ledru en Georges Hob . In de loop van de bijdragen van Fran oise Aubry, glantine Lebacq, Anne Pluymaekers en Raymond Balau is het een relatief onbekend onderdeel van dit baanbrekende ontwerpfenomeen dat in de 21e eeuw eindelijk nieuwe zichtbaarheid krijgt.
Brussel, Horta/ Cera, 2022 Bound, Hardcover, 288 pages: with 300 illustrations,. ENGLISH TEXT ISBN 9782960202137.
The first volume Art Nouveau in Belgium innovation and ideal, of the project Belgian Art Nouveau Belge is organized around the figure of Victor Horta. To be architectural work may often be the center of attention stand, it is different with his countless creations in the field of decorative arts, be it ironwork, furniture, molds in plaster or frames in wood; there is currently no scientific publication yet that provides a complete overview outlines this topic. The same applies to the realizations of Georges Hob (1854-1936), Fernand Dubois (1861-1939), Paul Du Bois (1859-1938) and L on Ledru (1855-1926). For each of these five artists, a researcher provides an accompanying scientific article with bibliographical references and illustrations often never before were published. This first volume also contains a foreword that was written by Prof. Paul Greenhalgh, director of the Sainsbury Center for Visual Arts (Norwich), as well as an introductory text by Fran oise Aubry (former curator of the Horta Museum), titled Gustave Serrurier, Victor Horta, Paul Hankar and Henry van de Velde: create a new mobilier la fin du XIX si cle?. In his relentless quest, Horta gradually strives for more purity and sobriety in the pieces of furniture he is in front of makes customers - who are usually wealthy and like what is new. To take stock of its contribution to innovation of the decorative arts from the last decade of the 19th century century, including a close collaboration with the studio by the furniture maker Henri Pelseneer (1847-1909), no one is better placed than Fran oise Aubry, an indispensable reference in the research to Belgian Art Nouveau and internationally recognized specialist of the oeuvre of Horta. The architect Georges Hob , who was a self-taught artist and a great competitor of Horta, enjoyed considerable success in his lifetime in Belgium, before falling into oblivion. The rediscovery of his work, both in architecture and decorative arts, owes a lot to Pr. Raymond Balau (ENSAV La Cambre), who is an architect as well as an urban planner, art and architecture critic and researcher in the field of architecture from the twentieth century in Belgium. As part of the Belgian Art Nouveau project Belge, Balau will focus on two exhibitions in particular in which Horta and Hob played an important role, with in particular the Belgian part of the International Exhibition for Modern Decorative Arts in Turin in 1902 and the Modern Section Decorative Arts of the Belgian Pavilion of the Internationale Exhibition of Milan in 1906. VICTOR HORTA (1861-1947) Chair Mahogany wood and imitation crocodile leather Chateau de la Hulpe Woodworker Henri Pelseneer (1847-1909) Belgian Art Nouveau: Vision, Design and Craft
Brussel, Horta/ Cera, 2022 Gebonden, Hardcover, 288 pagina's: 288, met 300 illustraties,. NL ISBN 9782960202137.
Het eerste volume Art Nouveau in Belgi vernieuwing en ideaal, van het project Belgian Art Nouveau Belge is opgezet rond de figuur van Victor Horta. Zijn architecturaal werk mag dan vaak in het centrum van de belangstelling staan, het is anders gesteld met zijn talloze creaties op gebied van decoratieve kunsten, of het nu gaat om ijzerwerk, meubelstukken, mallen in plaaster of kaders in hout; momenteel bestaat er namelijk nog geen enkele wetenschappelijke publicatie die een volledig overzicht schetst van dit onderwerp. Hetzelfde geldt voor de realisaties van Georges Hob (1854-1936), Fernand Dubois (1861-1939), Paul Du Bois (1859-1938) en L on Ledru (1855-1926). Voor elk van deze vijf kunstenaars verzorgt een vorser een bijhorend wetenschappelijk artikel met bibliografische verwijzingen en illustraties die vaak nooit eerder werden gepubliceerd. In dit eerste volume staat ook een voorwoord dat werd geschreven door Pr. Paul Greenhalgh, directeur van het Sainsbury Centre for Visual Arts (Norwich), alsook een introductietekst door Fran oise Aubry (voormalig conservatrice van het Horta Museum), getiteld ?Gustave Serrurier, Victor Horta, Paul Hankar en Henry van de Velde: cr er un nouveau mobilier la fin du XIXe si cle?. In zijn niet aflatende zoektocht streeft Horta geleidelijk aan naar meer puurheid en soberheid in de meubelstukken die hij voor zijn klanten maakt - die meestal gefortuneerd zijn en houden van wat nieuw is. Om de balans op te maken van zijn bijdrage tot de vernieuwing van de decoratieve kunsten vanaf het laatste decennium van de XIXe eeuw, met onder andere een nauwe samenwerking met het atelier van de meubelmaker Henri Pelseneer (1847-1909), is niemand beter geplaatst dan Fran oise Aubry, een onmisbare referentie in het onderzoek naar Belgische Art nouveau en internationaal erkende specialist van het ?uvre van Horta. De architect Georges Hob , die een autodidact was en een grote concurrent van Horta, kende tijdens zijn leven een aanzienlijk succes in Belgi , alvorens een beetje in de vergetelheid te geraken. De herontdekking van zijn werk, zowel wat betreft architectuur als decoratieve kunsten, is enorm veel verschuldigd aan Pr. Raymond Balau (ENSAV La Cambre), die zowel architect is als stedenbouwkundige, kunst- en architectuurcriticus en onderzoeker op gebied van architectuur uit de XXe eeuw in Belgi . In het kader van het project Belgian Art Nouveau Belge zal Balau zich in het bijzonder buigen over twee tentoonstellingen waar Horta en Hob een belangrijke rol in hebben gespeeld, met name het Belgische luik van de Internationale Tentoonstelling voor Moderne Decoratieve Kunsten in Turijn in 1902 en de sectie Moderne Decoratieve Kunsten van het Belgische paviljoen van de Internationale Tentoonstelling van Milaan in 1906. VICTOR HORTA (1861-1947) Stoel Mahoniehout en imitatie krokodillen leer Chateau de la Hulpe Houtbewerker Henri Pelseneer (1847-1909) Belgian Art Nouveau: Vision, Design and Craft