Amsterdam, Querido 1993 1237pp. + frontispice (portret), 1e druk, 19cm., linnen uitgeversband, stofwikkel, met leeslint, zeer goede staat, T102354
Reference : T102354
Antiquariaat Pieter Judo (De Lezenaar)
Mr. Pieter Judo
Vissersstraat 2 #2
3500 Hasselt
Belgium
+32476917667
· Titles are offered subject to prior sale. The chronology of incoming orders will be strictly respected. · The books are described in detail and are generally in a good condition (minor defects are not always stated though). · An E-mail will be sent to inform about the availability and the total cost (including shipping expenses). · Payment has to be made in advance. The ordered books will be on hold for you during 2 weeks until we have received your payment. · Payment can be made via creditcard or by banktransfer to our Belgian bankaccount. Paypal is not accepted. · Forwarding expenses (and additional insurance - on demand) are at the buyer's expenses. · Books are returnable within 14 days. · Additional information can be obtained on demand by e-mail: delezenaar@telenet.be
, Querido's Uitgeverij , 1993 gebonden met stofomslag en leeslint.1235 pp. NL. ISBN 9789021461502.
Het zal geen verwondering wekken dat Willem Elsschot ook in zijn brieven de bondige stijl hanteerde die hem als schrijver kenmerkt. Dat alleen al maakt het tot een genot om die brieven te lezen. Daarbij zijn ze veelal geestig en wordt er niet in gezeurd. Zo iets komt in onze literatuur zelden voor. De brieven van Elsschot zijn van buitengewoon belang voor de kennis van zijn leven en zijn werk. Ze belichten de rol die Jan van Nijlen heeft gespeeld als kritisch lezer van het manuscript van Villa des Roses, ze laten zien dat het Elsschot nooit aan bewonderaars van zijn werk heeft ontbroken, maar dat tot tweemaal toe een wereldoorlog zijn literaire carri re heeft gefnuikt. Via de brieven valt van dag tot dag de ontvoering van 'Tsjip' te volgen en kan er een boeiende vergelijking worden gemaakt met de wijze waarop Elsschot deze zaak tot literatuur verhief. Bovenal gaan Elsschots brieven over 'stijl'. Eindeloos stelt hij zijn Nederlandse correspondenten vragen naar de juiste manier van uitdrukken, niet uit onzekerheid, maar uit fierheid op de klassieke toon die zijn proza kenmerkt: 'Ik ben misschien de eenige die, op 't ogenblik, in N. en Z. Nederland NEDERLANDSCH schrijft.'
, Uitgeverij G.A. Van Oorschot B.V. , 2003 Gebonden, linnen met stofwikkel, 375pp., 13x20.5cm., als nieuw. ISBN 9789028240131.
Flaptekst Geert van Oorschot (1909-1987) richtte in 1945 zijn eigen uitgeverij op. In ruim tien jaar tijd gaf hij negen afzonderlijke werken uit van de schrijver Willem Frederik Hermans (1921-1995), van Fenomenologie van de pin-up girl (1948) tot en met De donkere kamer van Damokles (1958). Hermans' werk werd vanaf het begin door velen als hoogst controversieel beschouwd. In niet aflatende pogingen om het belang van Hermans' schrijverschap erkend te krijgen, toonde Van Oorschot zich in vergaande mate solidair met 'zijn' auteur.Van meet af aan was de verstandhouding tussen beide mannen er echter een van stroeve vriendschap. Gaandeweg bleek ook dat hun belangen niet altijd parallel liepen. Na Hermans' doorbraak bij het grote publiek met De donkere kamer van Damokles culmineerde dit in fikse ruzies, die ten slotte leidden tot een breuk (Hermans gaf zijn volgende boeken uit bij De Bezige Bij) en zelfs tot juridische conflicten die voor de rechtbank werden uitgevochten. Een en ander werd breed uitgemeten in de pers.Hierbij de hele God in proef bevat alle 240 brieven die Van Oorschot tussen 1946 en 1978 aan Willem Frederik Hermans schreef. Tot het doen publiceren van de integrale correspondentie tussen beide mannen bleken de erven Hermans niet genegen. Hermans' brieven aan Van Oorschot verschenen later afzonderlijk bij uitgeverij de Bezige Bij. Van Oorschots brieven werden bezorgd en van uitvoerig commentaar voorzien door literatuurhistoricus Nop Maas. De uitgave is gebaseerd op fotokopieen van Van Oorschots brieven die daartoe door de erven Hermans ter beschikking zijn gesteld, alsmede op doorslagen in het Van Oorschot-archief. 3 september 1951 (fragment):'Ik meen dat je je over mij als uitgever in geen enkel opzicht te beklagen hebt. Ik meen ook te mogen zeggen, dat je het succes van de Acacia's voor een goed deel te danken hebt, aan de wijze waarop ik voor het boek heb gevochten. Maar ja, de uitgever vecht natuurlijk alleen voor zijn eigen zak, hij onthoofdt de auteurs en drinkt wijn uit hun schedels. Je moet verder, enfin... het lust mij niet verder te argumenteren. Met groeten, GeertP.S. Ik had wel graag nu ommegaande de drukproeven.'
Turnhout, eigen beheer, 2018 Paperback, 240 Pagina's, Nieuwstaat. ISBN 9789090308135.
In 2008 verscheen Ik heb de liefde liefgehad, de knappe en uiterst leesbare biografie van Alice Nahon (1896-1933) van de hand van Manu van der Aa. De auteur publiceerde intussen ook de biografie van de culturele en artistieke duizendpoot Paul-Gustave van Hecke. Met de uitgave van de beschikbare brieven van Alice Nahon keert hij naar een van zijn eerste liefdes terug. Hij doet dat aan de hand van een erg fraai vormgegeven brieveneditie waarin hij de teruggevonden brieven van de jonggestorven dichteres annoteert en kadert. Dat gebeurt bovendien op een inlevende manier, met veel stielkennis en zonder poeha. Het verscherpt het beeld van de dichteres en levert erg fraaie illustraties en kanttekeningen op bij haar tragische levensverhaal.In de brieven van Nahon passeert zowat de halve artistieke scene van het Kempense interbellum: de nagenoeg vergeten dichter Jef Leynen (1880-1936) - wellicht haar grote liefde en aan wie ze een aantal hartverscheurende brieven heeft gericht - Gerard Walschap en zijn vrouw Matje Theunissen, Michel Seuphor, Emmanuel de Bom, Lode Baekelmans, de componist Alfons Moortgat of de schrijver en musicus Joris Vriamont die haar liefst op een afstand hield, en voorts nog een flink aantal vrienden en vriendinnen, naast heel wat schrijvende priesters en religieuzen.Alice Nahon zal bekend blijven omwille van de vele straten die her en der naar haar zijn vernoemd, maar evenzeer voor de onvergetelijke versregels
, A.W. Bruna , 2008 Gebonden, hardcover met stofwikkel, 439pp., 22x15cm., ills. in z/w., als nieuw. ISBN 9789022994511.
'Mijn Fuhrer!', 'Sehr verehrter Herr Reichskanzler', 'Hochgeehrter Herr Hitler!', of 'Geliebter Fuhrer' ? er waren vele manieren om een brief aan Hitler te beginnen. De aanhef 'Lieber Adolf'!' komt alleen voor in de brieven die Hitlers zus Angela Raubal aan hem schreef. Na de bestseller Het boek Hitler, dat in meer dan dertig talen werd vertaald, volgt nu Brieven aan Hitler, een uniek tijdsdocument over het Derde Rijk ? samengesteld en becommentarieerd door Henrik Eberle. Voor het eerst worden documenten uit de periode 1925?1945 openbaar gemaakt die getuigen van de sterke band tussen het Duitse volk en zijn Fuhrer Adolf Hitler. Deze ongecensureerde momentopname biedt onvermoede inzichten in de stemming onder de bevolking voor en tijdens het Derde Rijk.
, Lubberhuizen, Uitgeverij Bas, 2003 Softcover, 338pp., 26x22cm., ills. in z/w., zeer goede staat. ISBN 9789076314372.
Brieven van Bertus Aafjes, K. Heeroma, M. Nijhoff, S. Vestdijk en Hendrik de Vries aan F.R.A. Henkels, 1940-1946 Van eind 1940 tot april 1945 publiceerde de clandistiene uitgeverij De Blauwe Schuit in Groningen een veertigtal bundels. De Blauwe Schuit is vooral bekend omdat alle uitgaven werden gedrukt door H.N. Werkman. Maar naast het uiterlijk van de reeks is ook de inhoud niet van belang ontbloot: veertien delen kwamen voor rekening van contemporaine Nederlandse dichters als Klaas Heeroma, Martinus Nijhoff, Simon Vestdijk en Hendrik de Vries, terwijl van Bertus Aafjes een aantal bundels in de voorbereidingsfase zijn blijven steken. In deze uitgave zijn de brieven opgenomen die genoemde dichters hebben gewisseld met F.R.A. Henkels, de voornaamste redacteur van De Blauwe Schuit. Veel aspecten van het publiceren tijdens de oorlog komen aan de orde, maar ook de gezamenlijke gevangenschap van Vestdijk en Henkels, de onderduikperiode van Aafjes, de eigen clandistiene uitgeefactiviteiten van Heeroma en de nauwelijks door de oorlog aangeraakte De Vries. Een uitgave van het Letterkundig Museum Achter het Boek 36