Leuven, Universitaire Pers Leuven 2000 233pp.geïll., 24cm., in de reeks "Symbolae Facultatis Litterarum Lovaniensis" series B vol.15, mooie staat, R74662
Reference : R74662
Antiquariaat Pieter Judo (De Lezenaar)
Mr. Pieter Judo
Vissersstraat 2 #2
3500 Hasselt
Belgium
+32476917667
· Titles are offered subject to prior sale. The chronology of incoming orders will be strictly respected. · The books are described in detail and are generally in a good condition (minor defects are not always stated though). · An E-mail will be sent to inform about the availability and the total cost (including shipping expenses). · Payment has to be made in advance. The ordered books will be on hold for you during 2 weeks until we have received your payment. · Payment can be made via creditcard or by banktransfer to our Belgian bankaccount. Paypal is not accepted. · Forwarding expenses (and additional insurance - on demand) are at the buyer's expenses. · Books are returnable within 14 days. · Additional information can be obtained on demand by e-mail: delezenaar@telenet.be
Leuven, Universitaire Pers, 2000 Paperback, Nederlands, originele uitgeversomslag, 16x24 cm., 234 pp. ISBN 9789058670144.
Symbolae Facultatis Litterarum Lovaniensis - Series B : 15. Het religieuze bouwen in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de 17de eeuw wordt gekenmerkt door een grote diversiteit en originaliteit. Als een der meest noordelijke territoria van Europa waar de Contrareformatie wordt ingevoerd, spelen deze streken vanaf de laatste decennia van de 16de eeuw immers de rol van laboratorium waarin een nieuwe religieuze architectuur moet worden ontwikkeld. De in deze bundel verzamelde studies belichten de complexe architectuurtheoretische discussies die in de Nederlanden, net zoals in Italie, rond de problematiek van de 'nieuwe kerk' werden gevoerd en het ingewikkelde proces dat voorafging aan het tot stand komen van nieuwe typologieen in de kerkenbouw tijdens de eerste decennia van de 17de eeuw. Vitruviaanse theorie, Italiaanse voorbeelden uit gravures en traktaten en niet in de laatste plaats, de traditionele bouwpraktijk met haar 'gotische' onderstroom spelen alle een rol in de achtergrond. Het reveil onder de aartshertogen Albrecht en Isabella betekent een sleutelperiode in deze ontwikkeling: de aartshertogen voeren immers een bewuste politiek van wederopbouw en vernieuwing, gevoed door contrareformatorische denkbeelden en gestuurd door hun voorkeur voor een welbepaalde, Italianiserende architectuur. Hun hofarchitecten zijn de bellissimi ingegni of hoogst ingenieuze architecten die in Rubens' woorden (1626) bijdragen tot grandissimo splendore van hun opdrachtgevers: Wensel Cobergher en Jacques Franquart. Ook de rol van de nieuwe Contrareformatorische orden, in de eerste plaats de jezuieten, wordt in deze bundel onderzocht. Zij introduceerden een nieuw, modern kerktype in de Zuidelijke Nederlanden en vormden spoedig, naast het hof van Brussel, de belangrijkste verspreiders van de nieuwe vormentaal. Een uitgebreide verzameling architectuurtekeningen bewaard in hun archief geeft een unieke kijk op de toenmalige ontwerppraktijk en op de architecturale inspiratiebronnen van de orde. De studies hebben een verschillende ontstaansreden, maar staan alle in nauw verband met het onderzoeksproject Eenheid en Tweespalt. Architectonische relaties tussen de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden 1530-1700, dat van 1997 tot 2000 werd uitgevoerd door de onderzoeksgroep architectuurgeschiedenis van de Katholieke Universiteit Leuven in samenwerking met de Universiteit Utrecht, met steun van het Vlaams-Nederlands Comite. Aan de basis ervan ligt het onderzoekswerk dat door studenten kunsthistorici, historici, architecten en burgerlijk ingenieur-architecten in de loop van het academiejaar 1997-1998 onder begeleiding van de eindredacteurs werd uitgevoerd.